Restauratie van een grote ammoniet uit Rheine
Hoe groter een fossiel is, hoe groter tevens de kans wordt dat deze in verschillende brokstukken en met ontbrekende delen wordt gevonden. Dat was bij deze 40 cm. grote ammoniet uit het Cenomaan van Rheine ook het geval. Soms laten verzamelaars de brokstukken achter, omdat ze liever een heel exemplaar hebben of omdat ze denken dat ze er geen toonbaar geheel meer van kunnen maken. In dit geval werden de delen gelukkig wel geborgen en heb ik ze geschenk gekregen. Het fossiel bestond uit 5 stukken, waarvan sommigen nog aan elkaar pasten, maar helaas ontbraken er ook forse delen en vertoonden de onderlinge delen na het passen hier en daar grote kieren en scheuren. Toch bleek dit niet onoverkoombaar te zijn.
door André Dekker (adekker)
Stap 1:
De nog (redelijk) passende brokstukken werden met 2-componentenlijm weer aan elkaar bevestigd, waarna het enkele dagen goed te drogen werd gelegd. Hierdoor werd er weer een goede basisvorm van de ammoniet verkregen en ontstond er ook een duidelijk inzicht in de grootte van de scheuren en de ontbrekende delen.
Stap 2:
Met gips werden de ontbrekende delen en de scheuren opgevuld. Dit gebeurde vrij grof, waarbij er niet zuinig met het gips werd omgesprongen. Om er later zeker van te zijn dat het gips goed zou zijn uitgehard, werd de ammoniet weer enkele dagen te drogen weggelegd.
Stap 3:
Met een staalborstel en grof schuurpapier werd het gips zo goed mogelijk in model gebracht, zodat er een vrij vloeiende overgang tussen de bestaande delen en de opvullingen ontstond. Na het wegblazen van het gipsstof is een stukje kalk van ongeveer dezelfde kleur als de originele delen van de ammoniet fijngemalen en vermengd met verdunde houtlijm. Hiermee werden de opvullingen ingestreken. Dat bleek achteraf een niet erg verstandige behandeling.
Stap 4:
Met een zwarte stift heb ik grofweg de contouren getekend op de ammoniet. Hierdoor werd het duidelijk waar deze kunstmatig moesten worden aangebracht of worden verdiept. Met een Dremel en een paar freesjes zijn vervolgens de contouren verdiept. Nu bleek ook waarom mijn inkleuring te vroeg is geweest bij stap 3. Door het infresen van de windingslijnen werd de witte kleur van het gips weer zichtbaar. Gelukkig had ik nog wat aangemaakte kalkpoeder, dus werden deze witte delen opnieuw ingekleurd. Opnieuw moest het fossiel goed drogen.
Stap 5:
De ammoniet zat nu goed in elkaar en de vorm was weer teruggekeerd. Maar het ingekleurde gips droogde op tot een cementkleur, die niet bij de originele delen paste. Met witte waterverf probeerde ik ze lichter te krijgen. dat lukte op zich we, maar na het goed laten drogen zag het er allemaal nog veel te netjes uit. De gipsdelen waren egaal van kleur, terwijl de originele delen bruin-rood vlekkerig waren. De oplossing werd gevonden in een stuk rode baksteen. Dit werd vermalen en in zeer verdunde houtlijm geroerd. Hiermee werden de gipsdelen met de tamponeer-techniek vlekkerig ingekleurd. Na het drogen werd deze behandeling nogmaals uitgevoerd om waar nodig de nog steeds te nette delen verder te vervuilen tot een wat natuurlijker uitstraling. Na alweer een droogperiode zag het geheel er nu zeer acceptabel uit en leek het weer alsof het in 1 geheel zou zijn gevonden. Het rood van het opgebrachte baksteenpoeder mag hier en daar wat bruiner. Wanneer ik daar een geschikte waterverf voor heb gevonden, zal ik dat waarschijnlijk nog proberen verder bij te werken.
Tot slot:
De achterkant van de ammoniet is veel minder gerestaureerd dan de voorkant. Hierdoor is er altijd nog te zien welke delen origineel zijn en welke niet. Dat kan handig zijn bij een evt. latere of hernieuwde restauratie.
Feedback
Doneer
Wij zijn geheel afhankelijk van donaties. Daarom vragen wij onze gebruikers ons te helpen.